Het intern reglement is de basis voor de werking LUCA als organisatie. Het legt de structuur vast, bepaalt wie welke verantwoordelijkheid opneemt, en hoe het beleid tot stand komt.
1.1.1 Professionaliteit en vertrouwen
LUCA School of Arts is een professionele organisatie. Personeelsleden en organen genieten principieel het vertrouwen dat zij vanuit hun specifieke expertise professioneel handelen, met respect voor de missie en visie van de organisatie, en gericht op het welslagen van de doelstellingen die de organisatie zich stelt.
Wederzijdse verwachtingen worden besproken op een transparante en respectvolle manier. Dat geldt tussen personeelsleden onderling, personeelsleden en hun leidinggevende, organisatorische eenheden en overlegorganen, evenals ten aanzien van studenten en externen.
Leden van de organisatie die het vertrouwen schaden, worden daarop aangesproken door hun leidinggevende, vanuit het oogmerk om het vertrouwen te herstellen. Naast informele bemiddeling zijn er daartoe ook formele instrumenten, zoals het remediërings- en evaluatiereglement, de gedragscode, en desgevallend ook het tuchtreglement.
1.1.2 Overleg en dialoog
Het beleid en de werking van LUCA berusten op overleg en dialoog tussen de leden van de organisatie binnen verschillende organen. De organen die worden beschreven in dit reglement zijn de organen met betrekking tot de formele medezeggenschap en de organen die een formele bevoegdheid hebben bij het uitvoeren en coördineren van het beleid.
LUCA streeft in de samenstelling van organen naar een evenwichtige afspiegeling, zowel van de diversiteit binnen de samenleving, als van de multicampusrealiteit en verscheidenheid aan expertisedomeinen binnen LUCA zelf.
Waar dit reglement voor organen voorziet in de vertegenwoordiging van studenten, dient het aantal vertegenwoordigers te worden gelezen als maximum. Het is aan de studenten zelf om te bepalen hoeveel vaste leden zij effectief afvaardigen.
Overleg binnen deze organen gebeurt op basis van collegiale dialoog, waarbij leden vanuit hun expertise verschillende visies kunnen inbrengen, en gezamenlijk komen tot constructieve voorstellen. Indien leden van een orgaan bezwaar maken ten aanzien van een voorstel, dan kan een orgaan beslissen om over te gaan tot stemming. Tenzij anders bepaald wordt een voorstel aangenomen wanneer er meer voor- dan tegenstemmen zijn uitgebracht. Bij staking van stemmen kan de voorzitter van het orgaan beslissen of het voorstel wordt aangenomen.
De voorzitter van een orgaan kan te allen tijde personeelsleden, studenten of externen uitnodigen om een vergadering bij te wonen als waarnemer.
De voorzitter van een orgaan is tevens bevoegd om een secretaris aan te duiden, die mee instaat voor het opstellen en uitsturen van de agenda en een beknopt verslag. De secretaris kan een medewerker zijn die zelf geen lid is van het orgaan.
1.1.3 Academisch leiderschap
Gelet op de kerntaken van LUCA hebben academici een aansturende rol in het beleid en de werking. Personeelsleden nemen behalve onderwijs- en onderzoeksopdrachten ook leidinggevende taken op. Dat gebeurt voor hernieuwbare termijnen van drie, vier of vijf jaar.
Termijnen vangen aan op 1 augustus. Indien een termijn vanaf een andere datum wordt opgenomen, geldt de eerstvolgende datum van 1 augustus als startdatum voor de berekening van de termijn. Met het oog op roterend leiderschap wordt ernaar gestreefd om het aantal opeenvolgende termijnen te beperken tot twee of drie.
1.1.4 Mogelijkheid tot delegatie en escalatie
Organen van LUCA kunnen bevoegdheden delegeren aan andere organen of functies binnen de organisatie. Daartoe neemt een orgaan een duidelijke delegatiebeslissing. Het delegerende orgaan behoudt bij delegatie de verantwoordelijkheid en kan dus toezien op de uitvoering van de gedelegeerde bevoegdheid en beslissen om de delegatie weer in te trekken.
Indien organen een bevoegdheid niet kunnen uitoefenen omwille van belangenconflicten of de onmogelijkheid om tot een gedragen beslissing te komen, dan kunnen bovenliggende organen de bevoegdheid overnemen.
Conform de statuten heeft het bestuursorgaan de residuaire bevoegdheid, wat betekent dat bevoegdheden die niet door het intern reglement of door een beslissing van het bestuursorgaan gedelegeerd zijn aan andere organen, uitgeoefend worden door het bestuursorgaan.
Het bestuursorgaan blijft te allen tijde bevoegd voor de financiële volmachtenregeling.
1.1.5 Toepassingsgebied, duur en evaluatie
Het intern reglement is van toepassing op alle aangelegenheden binnen LUCA. Voor zover andere interne documenten binnen LUCA bepalingen bevatten die tegenstrijdig zijn met dit reglement, dan zijn deze ondergeschikt en gelden de bepalingen zoals die worden omschreven in het intern reglement.
Dit geldt niet voor zaken die voortvloeien uit de statuten van LUCA of uit regelgeving die de overheid uitvaardigt. In die gevallen zijn de bepalingen van het intern reglement ondergeschikt.
Indien het intern reglement zou conflicteren met de uitvoering van protocollen die werden onderhandeld binnen het hogeschoolonderhandelingscomité, dan blijft in eerste instantie het protocol van kracht, en wordt dit verder uitgeklaard binnen het hogeschoolonderhandelingscomité .
Voor zaken met betrekking tot de geassocieerde Faculteit Kunsten waar de universitaire reglementen verwijzen naar het faculteitsreglement, gelden de relevante bepalingen uit dit reglement als equivalent voor het faculteitsreglement.
Dit reglement geldt voor onbepaalde duur met ingang van 1 augustus 2024 en actualiseert het huishoudelijk reglement dat inging op 1 augustus 2023.
Jaarlijks evalueert het directiecomité het reglement in functie van eventuele wijzigingen, die desgevallend worden voorgelegd aan het bestuursorgaan.
Binnen de academische raad overleggen de geledingen die tot LUCA behoren over het algemene beleid. De academische raad heeft adviesbevoegdheid ten aanzien van het hogeschoolbestuur.
De raad is samengesteld uit verkozen vertegenwoordigers van het personeel, verkozen vertegenwoordigers van de studenten, en gemandateerde vertegenwoordigers van het hogeschoolbestuur.
De raad bepaalt zelf de verkiezingsprocedure voor de vertegenwoordigers van het personeel. De studentenraad bepaalt de verkiezingsprocedure voor de vertegenwoordigers van de studenten. De gemandateerde vertegenwoordigers van het hogeschoolbestuur worden aangeduid door het directiecomité.
De werking van de raad is vastgelegd in het huishoudelijk reglement dat de raad zelf bepaalt.
In de context van de geassocieerde Faculteit Kunsten oefent de academische raad tevens de bevoegdheden uit die de universitaire reglementen toewijzen aan de faculteitsraad.
1.1.2 Hogeschoolonderhandelingscomité
Binnen het hogeschoolonderhandelingscomité onderhandelt LUCA als werkgever over personeelsgebonden aspecten van het beleid met de werknemers via de representatieve vakorganisaties.
Het comité is samengesteld uit verkozen afgevaardigden van het personeel en gemandateerde vertegenwoordigers van het hogeschoolbestuur.
Het comité legt zelf de verkiezingsprocedure voor de afgevaardigden van het personeel vast in een protocol. De gemandateerde vertegenwoordigers van het hogeschoolbestuur worden aangeduid door het directiecomité.
De werking van het comité is vastgelegd in het huishoudelijk reglement dat het comité zelf bepaalt.
1.1.3 Comité voor preventie en bescherming op het werk
Binnen het comité voor preventie en bescherming op het werk overlegt LUCA over welzijns- en veiligheidsthema’s.
Het comité is samengesteld uit verkozen afgevaardigden van het personeel en gemandateerde vertegenwoordigers van het hogeschoolbestuur.
De verkiezing van de afgevaardigden van het personeel volgt de regelgeving met betrekking tot de sociale verkiezingen. De gemandateerde vertegenwoordigers van het hogeschoolbestuur worden aangeduid door het directiecomité.
De werking van het comité is vastgelegd in het huishoudelijk reglement dat het comité zelf bepaalt.
1.1.4 Studentenraad en participatiecommissies
Binnen de studentenraad overleggen de studenten van LUCA en geven zij advies over de thema’s die hen aanbelangen. De raad kan beslissen om participatiecommissies op te richten op deelniveaus binnen de instelling (bijvoorbeeld op het niveau van een campus).
De raad is samengesteld uit leden die worden verkozen door en onder de studenten van LUCA. De raad bepaalt zelf de verkiezingsprocedure. De verkiezingen kunnen getrapt verlopen via de participatiecommissies.
De werking van de studentenraad en de participatiecommissies is vastgelegd in het participatiereglement dat de studentenraad samen met het directiecomité bepaalt.
De stuvoraad beheert de sociale toelage die LUCA ontvangt voor de studentenvoorzieningen.
De raad is samengesteld uit verkozen afgevaardigden van de studenten en gemandateerde vertegenwoordigers van het hogeschoolbestuur.
De studentenraad bepaalt de verkiezingsprocedure voor de afgevaardigden van de studenten. De gemandateerde vertegenwoordigers van het hogeschoolbestuur worden aangeduid door het directiecomité.
De werking van de raad is vastgelegd in het huishoudelijk reglement dat de raad zelf bepaalt.
In functie van de gezamenlijke dienstverlening kan de stuvoraad van LUCA gezamenlijk vergaderen met deelstuvoraden van andere instellingen.
2.1.1 LUCA School of Arts en de geassocieerde Faculteit Kunsten
Voor het vervullen van zijn missie maakt LUCA niet alleen gebruik van zijn statuut als Vlaamse hogeschool, onder de rechtspersoon van een vzw, maar tevens van de samenwerking met de KU Leuven, de universiteit die tot dezelfde associatie behoort. Voor een goede lezing van dit reglement zijn de volgende structuren van elkaar te onderscheiden:
De vzw LUCA: de feitelijke hogeschool als rechtspersoon met zijn patrimonium en personeelskader, die samenvalt met de School of Arts waarbinnen de opleidingen zijn ingebed waarvoor LUCA de onderwijsbevoegdheid heeft.
De geassocieerde Faculteit Kunsten: de structuur binnen de groep Humane Wetenschappen van de KU Leuven waarin het artistiek onderzoek is ingebed, evenals de doctoraatsopleiding. De organisatorische inbedding in de groep Humane Wetenschappen neemt niet weg dat het artistiek onderzoek tevens banden heeft met de wetenschapsdomeinen in de andere groepen.
De activiteiten van LUCA worden uitgevoerd door personeelsleden die juridisch verbonden zijn aan de hogeschool, maar kunnen tevens worden uitgevoerd door personeelsleden die juridisch verbonden zijn aan de universiteit. Ook gecombineerde aanstellingen binnen zowel LUCA als KU Leuven zijn mogelijk.
De operationele verstrengeling van LUCA en KU Leuven is een bewuste keuze, die bestuurlijk afgedekt is via de algemene vergadering van LUCA (waarvan de samenstelling samenvalt met die van de inrichtende overheid van de KU Leuven) en via het bestuursorgaan van LUCA (met een gegarandeerde vertegenwoordiging vanuit KU Leuven).
2.1.2 Organisatorische eenheden: expertiseteams en diensten
LUCA (als hogeschool) is ingedeeld in organisatorische eenheden, die de vorm aannemen van expertiseteams en diensten.
De expertiseteams zijn ingedeeld in drie expertisenetwerken:
De diensten zijn ingedeeld in:
De oprichting, herindeling en opheffing van organisatorische eenheden is de bevoegdheid van het directiecomité, evenals de allocatie van personeelsomkadering en werkingsmiddelen aan deze eenheden.
Voor wat betreft aanstellingen binnen onderwijs en onderzoek behoort een personeelslid steeds tot één expertisteam en oefent van daaruit opdrachten uit binnen opleidingen, onderzoeksprojecten en/of de ondersteuning daarvan.
De indeling in expertisenetwerken en expertiseteams binnen LUCA valt samen met de indeling in onderzoekseenheden en onderzoeksgroepen binnen de geassocieerde faculteit kunsten. Deze indeling wordt dus zowel door het directiecomité bepaald als door het groepsbestuur Humane Wetenschappen, waar de decaan LUCA vertegenwoordigt.
Iedere organisatorische eenheid staat onder leiding van een leidinggevende die verantwoordelijk is voor de functionele aansturing van de eenheid en de leden van de eenheid.
Het behoort tot de opdracht van de leidinggevende om de personeelsleden verbonden aan de organisatorische eenheid te coachen in hun functioneren, hen te stimuleren in hun professionele ontwikkeling, en in te staan voor de evaluatie van hun functioneren. De leidinggevende waakt proactief over de doelmatige invulling en aanwending van de personeelsomkadering en het werkingsbudget dat aan de eenheid wordt toegekend.
Het directiecomité bepaalt de wijze van openstelling en selectie en stelt de leidinggevenden aan.
Bij afwezigheid of wanneer de rol van leidinggevende niet is ingevuld voor een eenheid, kan het directiecomité een of meerdere personeelsleden tijdelijk de opdracht geven om de coördinatie waar te nemen, onder toezicht van de personen aan wie de leidinggevende normaal gezien zou rapporteren.
Het directiecomité kan het mandaat van een leidinggevende beëindigen mits de betrokkene voorafgaand aan de beslissing van het directiecomité wordt gehoord door de algemeen directeur.
2.2.1 Teamcoördinatoren
Binnen de expertiseteams hebben de leidinggevenden de titel van teamcoördinator. Zij worden in dit mandaat aangesteld voor een termijn van vijf jaar, maximaal twee keer te verlengen met een termijn van drie jaar, en rapporteren aan de expertisedirecteur.
Binnen de diensten hebben de leidinggevenden de titel van diensthoofd. Zij worden in dit mandaat aangesteld voor onbepaalde duur en rapporteren aan de algemeen beheerder of de administratief directeur.
Een opleidingscommissie staat in voor de coördinatie van onderwijsactiviteiten op het niveau van één of enkele opleidingen. In de context van dit reglement wordt “opleiding” gebruikt als verzamelterm voor ieder curriculum dat tot een kwalificatie leidt. Strikt juridisch kan het gaan om afstudeerrichtingen, keuzetrajecten, voorbereidings-, schakelprogramma’s, taalvarianten, microcredentials… Dit doet geen afbreuk aan de juridisch correcte informatie die steeds ten aanzien van studiekiezers, studenten en op diploma’s wordt gebruikt.
Het oprichten van opleidingscommissies is de bevoegdheid van het directiecomité. Het directiecomité koppelt iedere opleidingscommissie daarbij aan een overkoepelende permanente onderwijscommissie, die verantwoordelijk blijft voor het onderwijsbeleid, maar de coördinatie van het onderwijs delegeert.
Een opleidingscommissie bestaat uit alle studenten die onderwijs volgen en alle personeelsleden die een lesopdracht hebben binnen de trajecten die door de commissie worden gecoördineerd. De opleidingscommissie kan besprekingen delegeren aan een beperktere samenstelling, waar minimum twee studenten en minimum vier personeelsleden deel van uitmaken.
Het voorzitterschap van een opleidingscommissie wordt opgenomen door een opleidingscoördinator.
3.1.2 Permanente onderwijscommissies
De permanente onderwijscommissie heeft een sleutelrol met betrekking tot de kwaliteit van het aangeboden onderwijs binnen een of meerdere opleidingen. Binnen de context van het algemene onderwijsbeleid van LUCA en binnen de contouren van het onderwijs- en examenreglement neemt deze commissie de nodige beslissingen met betrekking tot de opbouw en invulling van opleidingen en opleidingsonderdelen.
Het directiecomité is bevoegd voor het oprichten van een permanente onderwijscommissie en het toewijzen van de verantwoordelijkheid over een of meerdere opleidingen en opleidingsonderdelen. Ieder opleidingsonderdeel en iedere opleiding wordt toegewezen aan de verantwoordelijkheid van één permanente onderwijscommissie.
De bachelor- en graduaatsopleidingen zijn ingedeeld in vier permanente onderwijscommissies:
Deze bestaan uit alle opleidingscoördinatoren van de betrokken opleidingen en eenzelfde aantal studenten (afgevaardigd uit iedere opleidingscommissie). Het voorzitterschap wordt opgenomen door een programmadirecteur.
De masteropleidingen zijn ingedeeld in één permanente onderwijscommissie:
Deze bestaat uit de drie programmadirecteurs van de permanente onderwijscommissies met verantwoordelijkheid voor academisch gerichte bacheloropleidingen, voor elk van die permanente onderwijscommissies één opleidingscoördinator en één masterstudent, en verder één opleidingscoördinator en één student van een educatieve masteropleiding en één opleidingscoördinator en één student van een Erasmus Mundus joint master. Het voorzitterschap wordt opgenomen door een (vijfde) programmadirecteur.
De trajecten voor levenslang leren (die geen graduaats-, bachelor- of masteropleidingen zijn) zijn ingedeeld in één permanente onderwijscommissie:
Deze bestaat uit alle opleidingscoördinatoren van de betrokken opleidingen en eenzelfde aantal studenten, en de programmadirecteurs die bevoegd zijn voor de graduaats-, bachelor- en masteropleidingen. Het voorzitterschap wordt opgenomen door een (zesde) programmadirecteur.
Voor de doctoraatsopleiding oefent de doctoraatscommissie de bevoegdheden uit van permanente onderwijscommissie, en oefent de vicedecaan onderzoek als voorzitter de bevoegdheden uit van programmadirecteur.
3.1.3 Commissie onderwijs
De commissie onderwijs adviseert het directiecomité over het onderwijsbeleid van LUCA en maakt binnen de contouren van dat beleid afspraken over de uitvoering ervan, over de verschillende permanente onderwijscommissies heen. De commissie kan tevens advies uitbrengen over het onderwijsbeleid van de KU Leuven, via de vertegenwoordiging door de vicedecaan onderwijs in de betreffende organen van de universiteit.
De commissie is samengesteld uit alle programmadirecteurs, eenzelfde aantal studenten (afgevaardigd uit iedere permanente onderwijscommissie), en de vicedecaan onderwijs, die voorzitter is van de raad.
De commissie onderzoek adviseert het directiecomité over het onderzoeksbeleid van LUCA, dat wordt uitgebouwd binnen de geassocieerde Faculteit Kunsten van de KU Leuven, en maakt binnen de contouren van dat beleid afspraken over de uitvoering ervan, over de verschillende onderzoekseenheden heen. De commissie kan tevens advies uitbrengen over het onderzoeksbeleid van de KU Leuven, via de vertegenwoordiging door de vicedecaan onderzoek in de betreffende organen van de universiteit.
De commissie is samengesteld uit alle expertisedirecteurs en onderzoekscoördinatoren, twee vertegenwoordigers van de doctoraatsstudenten, één vertegenwoordiger van de postdoctorale onderzoekers, een vertegenwoordiger van KU Leuven, en de vicedecaan onderzoek, die voorzitter is van de raad.
De doctoraatsstudenten verkiezen hun vertegenwoordigers voor een hernieuwbare termijn van twee jaar. De postdoctoraal onderzoekers verkiezen hun vertegenwoordiger voor een hernieuwbare termijn van twee jaar.
3.1.5 Commissies voor andere beleidsdomeinen
Het directiecomité is bevoegd voor het oprichten en samenstellen van commissies die het directiecomité adviseren met betrekking tot andere beleidsdomeinen dan onderwijs of onderzoek. Het directiecomité bevestigt bij de start van ieder academiejaar de samenstelling en opdracht van deze commissies.
Het campusoverleg maakt afspraken over de organisatie van de activiteiten in een bepaalde stad.
Het campusoverleg is verantwoordelijk voor een efficiënt gebruik van de beschikbare ruimtes, het leven op de campussen voor personeelsleden en studenten, en de ontsluiting van de campussen naar externen. Het overleg maakt afspraken over de planning van de activiteiten. Het overleg kan noden met betrekking tot uitrusting, materiaal of aanpassingen aan ruimtes signaleren in functie van investeringsbeslissingen.
Het overleg bestaat uit de opleidings- en onderzoekscoördinatoren, een vertegenwoordiging van studenten uit de lokale participatiecommissie, en de campusmanager, die tevens voorzitter is van het overleg.
De decaan heeft de algemene leiding van de geassocieerde Faculteit Kunsten en vertegenwoordigt de faculteit binnen de organen van de KU Leuven.
Binnen LUCA staat de decaan in voor de voorbereiding en de uitvoering van het beleid met betrekking tot de kerntaken onderwijs, onderzoek, artistieke werking en maatschappelijke dienstverlening.
In afwijking van het reglement interne organisatie van de KU Leuven wordt de decaan van de geassocieerde Faculteit Kunsten vooralsnog niet verkozen. Het bestuursorgaan van LUCA stelt de decaan aan, op voordracht van het directiecomité. De aanstelling gebeurt voor hernieuwbare termijnen van vier jaar.
De decaan rapporteert binnen LUCA aan de algemeen directeur. Het bestuursorgaan kan het mandaat van de decaan voortijdig beëindigen mits de betrokkene en de algemeen directeur voorafgaand aan de beslissing van het bestuursorgaan worden gehoord door de voorzitter van het remuneratiecomité.
Het mandaat van decaan en de functie van algemeen directeur kunnen gecombineerd worden in hoofde van één persoon. In dat geval rapporteert de decaan binnen LUCA aan de voorzitter van het bestuursorgaan.
De vicedecanen staan de decaan bij in de voorbereiding en de uitvoering van het beleid binnen LUCA en het bestuur van de geassocieerde Faculteit Kunsten. Zij vertegenwoordigen de faculteit binnen de organen van de KU Leuven die betrekking hebben op hun beleidsdomein.
Het bestuursorgaan van LUCA stelt maximum drie vicedecanen aan, op voordracht van het directiecomité. De aanstelling gebeurt voor hernieuwbare termijnen van vier jaar.
Een vicedecaan rapporteert aan de decaan. Het bestuursorgaan kan het mandaat van een vicedecaan voortijdig beëindigen mits de betrokkene en de decaan voorafgaand aan de beslissing van het bestuursorgaan worden gehoord door de voorzitter van het remuneratiecomité.
De programmadirecteurs staan de vicedecaan onderwijs bij in het opnemen van de curriculumverantwoordelijkheid voor de opleidingen die door LUCA worden aangeboden.
Het bestuursorgaan stelt de programmadirecteurs aan op voordracht van het directiecomité. De aanstelling gebeurt voor een termijn van vijf jaar, maximaal twee keer te verlengen met een termijn van drie jaar.
Een programmadirecteur rapporteert aan de vicedecaan onderwijs. Het bestuursorgaan kan het mandaat van een programmadirecteur voortijdig beëindigen mits de betrokkene en de vicedecaan voorafgaand aan de beslissing van het bestuursorgaan worden gehoord door de voorzitter van het remuneratiecomité.
De opleidingscoördinatoren staan in voor de realisatie van het curriculum van een of meerdere opleidingen. Zij doen dit binnen de afspraken die gemaakt worden op het niveau van de permanente onderwijscommissie.
Het directiecomité stelt de opleidingscoördinatoren aan. De aanstelling gebeurt voor een termijn van vijf jaar, maximaal twee keer te verlengen met een termijn van drie jaar.
Een opleidingscoördinator rapporteert aan de programmadirecteur. Het directiecomité kan het mandaat van een opleidingscoördinator voortijdig beëindigen mits de betrokkene en de programmadirecteur voorafgaand aan de beslissing van het directiecomité worden gehoord door de vicedecaan onderwijs.
De expertisedirecteur is verantwoordelijk voor de kwaliteit en de uitbouw van de expertise (inclusief het onderzoeks- en innovatiecontinuüm) binnen een bepaald domein. De expertisedirecteurs sturen de teamcoördinatoren aan.
Het bestuursorgaan stelt de expertisedirecteurs aan op voordracht van het directiecomité. De aanstelling gebeurt voor een termijn van vijf jaar, maximaal twee keer te verlengen met een termijn van drie jaar.
Een expertisedirecteur rapporteert aan de decaan. Het bestuursorgaan kan het mandaat van een expertisedirecteur voortijdig beëindigen mits de betrokkene en de decaan voorafgaand worden gehoord door de voorzitter van het remuneratiecomité.
De onderzoekscoördinator is verantwoordelijk voor de interne en externe samenwerking op het vlak van onderzoek.
Het directiecomité stelt de onderzoekscoördinatoren aan. De aanstelling gebeurt voor een termijn van vijf jaar, maximaal twee keer te verlengen met een termijn van drie jaar.
Een onderzoekscoördinator rapporteert aan de vicedecaan onderzoek. Het directiecomité kan het mandaat van een onderzoekscoördinator voortijdig beëindigen mits de betrokkene en de vicedecaan voorafgaand aan de beslissing van het directiecomité worden gehoord door de decaan.
De campusmanager staat de administratief directeur bij met betrekking tot de processen ter ondersteuning van de kerntaken op een campus.
De rol van campusmanager valt samen met die van diensthoofd voor de campusdienst van de betreffende campus.
Het directiecomité stelt de campusmanagers aan voor onbepaalde duur.
Een campusmanager rapporteert aan de administratief directeur. Het directiecomité kan het mandaat van een campusmanager voortijdig beëindigen mits de betrokkene en de administratief directeur voorafgaand aan de beslissing van het directiecomité worden gehoord door de algemeen directeur.
3.2.8 Administratief directeur
De administratief directeur staat in voor de processen ter ondersteuning van de kerntaken onderwijs, onderzoek, artistieke werking en maatschappelijke dienstverlening, en is belast met de voorbereiding en uitvoering van het beleid ter zake.
Het bestuursorgaan stelt de administratief directeur aan, op voordracht van het directiecomité.
De administratief directeur rapporteert aan de algemeen directeur. Het bestuursorgaan kan de aanstelling van de administratief directeur beëindigen mits de betrokkene en de algemeen directeur voorafgaand aan de beslissing van het bestuursorgaan worden gehoord door de voorzitter van het remuneratiecomité.
Het directiecomité is collegiaal verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur van LUCA. De omschrijving hiervan is vastgelegd in de statuten.
In de context van de geassocieerde Faculteit Kunsten oefent het directiecomité tevens de bevoegdheden uit die de universitaire reglementen toewijzen aan het faculteitsbestuur.
Het comité is samengesteld uit de decaan en vicedecanen, de administratief directeur, de algemeen beheerder, en de algemeen directeur, die voorzitter is van het comité.
Met betrekking tot de volgende bevoegdheden wordt het directiecomité uitgebreid met de programmadirecteurs en de expertisedirecteurs:
Het directiecomité beslist bij consensus. Indien geen consensus wordt bereikt, dan beslist het directiecomité op de volgende vergadering, op basis van een stemming bij gewone meerderheid. Directieleden die meerdere mandaten of functies combineren hebben slechts één stem. Bij staking van stemmen beslist de algemeen directeur.
Bij conflicten of onduidelijkheden met betrekking tot de bevoegdheden binnen de organisatie heeft het directiecomité een arbitragerol. Het neemt kennis van de problematiek, hoort desgevallend de betrokkenen, en kan in de plaats van het bevoegde orgaan beslissen.
4.1.2 Algemeen directeur
De algemeen directeur staat in voor de algemene leiding van LUCA en de representatie van LUCA en haar gemeenschap, zowel intern als extern.
De aanstelling, evaluatie, en desgevallend het ontslag of de afzetting van de algemeen directeur worden geregeld door de statuten.
4.1.3 Algemeen beheerder
De algemeen beheerder staat in voor de financiële, personeels- en logistieke processen binnen LUCA, en is belast met de voorbereiding en uitvoering van het beleid ter zake.
De aanstelling, evaluatie, en desgevallend het ontslag of de afzetting van de algemeen beheerder worden geregeld door de statuten.
Het bestuursorgaan is collegiaal verantwoordelijk voor het strategisch beleid van LUCA. De principes voor de samenstelling van het bestuursorgaan, de bevoegdheden, het aanduiden van de voorzitter, ondervoorzitter(s) en secretaris, en de werking van het bestuursorgaan zijn vastgelegd in de statuten.
Binnen de principes die zijn vastgelegd in de statuten is het bestuursorgaan van LUCA samengesteld uit ten minste acht en ten hoogste twintig stemgerechtigde leden. Het bestuursorgaan bestaat uit vier geledingen:
De bestuurders van de eerste geleding maken samen de meerderheid uit van de bestuurders.
Bij overlijden of ontslag van een bestuurder, kan het bestuursorgaan geldig beslissen zonder dat bovenstaande samenstelling gegarandeerd is. In dat geval wordt onverwijld een procedure opgestart voor de benoeming van een nieuwe bestuurder.
Het bestuursorgaan kan waarnemers uitnodigen. De regeringscommissaris en de associatievoorzitter zijn waarnemer ex officio.
Het bestuursorgaan is bevoegd voor alle aangelegenheden die niet bij wet, decreet, de statuten, of dit reglement aan andere organen worden toegewezen.
Het bestuursorgaan stelt conform dit reglement de personeelsleden aan die een leidinggevende rol of een beleidsmandaat opnemen, of lid worden van het directiecomité, met uitzondering van de algemeen directeur en de algemeen beheerder, van wie de aanstelling geregeld wordt door de statuten.
Het bestuursorgaan delegeert het dagelijks bestuur van LUCA aan het directiecomité, met inbegrip van de volgende bevoegdheden:
Bij conflicten of onduidelijkheden met betrekking tot de bevoegdheden binnen de directiecomité heeft het bestuursorgaan een arbitragerol. Het neemt kennis van de problematiek, hoort desgevallend de betrokkenen, en kan in de plaats van het directiecomité beslissen.
Het bestuursorgaan richt in zijn schoot een borgingscomité, een auditcomité, een remuneratiecomité en een tuchtinstantie op. Het kan in functie van specifieke taken ook andere comités oprichten, en beslist desgevallend over de opdracht, bevoegdheden en looptijd van deze comités.
4.2.3 Afgevaardigd bestuurder
Indien het bestuursorgaan gebruik maakt van de mogelijkheid, zoals geregeld door de statuten, om een afgevaardigd bestuurder aan te stellen, dan is deze bestuurder gemachtigd om namens het bestuursorgaan op te treden bij het uitvoeren en communiceren van beslissingen die door het bestuursorgaan zijn genomen.
Het borgingscomité adviseert het bestuursorgaan met betrekking tot de kwaliteit van de geaccrediteerde opleidingen die LUCA organiseert en de erkende diploma’s die LUCA uitreikt. Het comité bestaat ten minste uit twee bestuurders uit de eerste en tweede geleding, aangevuld met ten minste twee externe leden, verbonden aan een agentschap met een registratie bij het European Quality Assurance Register for Higher Education (EQAR). Het bestuursorgaan beslist over de samenstelling en stelt de voorzitter aan.
Het auditcomité adviseert het bestuursorgaan vanuit een toezichthoudende rol op de organisatie. Het comité bestaat ten minste uit drie bestuurders uit de eerste en tweede geleding, die geen uitvoerende rol opnemen binnen LUCA. Het bestuursorgaan beslist over de samenstelling en stelt de voorzitter aan. De werking van het auditcomité is beschreven in het auditcharter.
Het remuneratiecomité adviseert het bestuursorgaan in het kader van corporate governance, verloningsbeleid en conflictbemiddeling. Het comité bestaat ten minste uit drie bestuurders uit de eerste en tweede geleding, die geen uitvoerende rol opnemen binnen LUCA. Het bestuursorgaan beslist over de samenstelling en stelt de voorzitter aan.
Het bestuursorgaan delegeert de bevoegdheid met betrekking tot tucht ten aanzien van personeelsleden naar een comité dat optreedt als tuchtinstantie. Dit comité behandelt tuchtzaken, conform het tuchtreglement dat als protocol wordt afgesloten binnen het hogeschoolonderhandelingscomité, en zetelt daarbij met ten minste drie leden.
Het bestuursorgaan duidt deze leden aan onder de bestuurders en benoemt een van hen tot voorzitter. Het bestuursorgaan duidt tevens een aantal bestuurders aan als plaatsvervanger, die deel kunnen uitmaken van de tuchtinstantie wanneer een lid verhinderd is of niet kan deelnemen wegens een belangenconflict.
De werking van de tuchtinstantie kan nader worden omschreven in een huishoudelijk reglement dat de instantie zelf bepaalt.
De bevoegdheid met betrekking tot tucht ten aanzien van studenten wordt binnen LUCA toegekend en uitgeoefend conform het onderwijs- en examenreglement.